Een goeie dag

Het is een ‘goeie’ dag. In de knisperend koude gezelligheid van de adventstijd wandelen ze stijf gearmd door het oude stadscentrum. Overal twinkelen en tingelen hen lichtjes en muziek tegemoet. Als je maar uit de winkels blijft, heeft het centrum een zekere bekoring. Ze genieten ervan, de moeder en de dochter. Moeder, een dame met glanzend zilverwit haar, een mooie slag erin, de dochter met een kort koppetje waaraan je ziet dat ook zij al aan de ‘verkeerde’ kant van de vijftig zit. Beiden beschaafd tot in de toppen van hun tenen. Intelligente vrouwen, de vriendelijkheid straalt bovendien van hen af.

De wind trekt wat aan en dochter stelt voor om ergens binnen een kopje koffie te gaan drinken.

“Hè, gezellig,” stemt moeder in, “koffie zei je? Ja, daar heb ik wel zin in, nu je het zegt.”

Aan een tafeltje gezeten -kerstroos erop, waxinelichtje aan- komt moeder op haar beslissing terug. Ze vind de keuze een beetje lastig.

“Koffie, thee of misschien liever al een aperitiefje?” helpt dochter haar, “Ik trakteer.”

“Maar lieve mens, wat ben je toch goed voor mij. Ja, doe mij maar een hete chocomelk.”

Ze moeten even wachten eer de ober er is; de adventsdrukte heeft ook hier volop zijn vleugels uitgeslagen. Ineens stoot moeder onder tafel onopvallend met haar tasje haar dochter aan en fluistert uit haar mondhoek:

“Kijk eens naar die vrouw daar. Naar die mevrouw met haar paarse jasje.” Dochter speurt besmuikt om zich heen en ontdekt een vrouw van middelbare leeftijd. In het paars inderdaad. “Ja,” zegt ze “mam, ik zie haar. Wat is er loos?”

“Is mijn lerares op het gymnasium geweest,” lispelt moeder.

Net als de ober eindelijk in het zicht komt, reageert dochter: “Jeetje wat toevallig, terwijl je in Nieuw Zeeland op school zat toch?” Moeder is weer bezig met haar tasje. “En wat ziet ze er nog goed uit, die lerares van je. Wat leuk voor je! Mam, met slagroom toch hè?” checkt ze nog even.

Nu begint moeder te snuiven. “Alsjeblieft niet zeg!” fluistert ze geagiteerd, “het was een kreng, ik kon haar wel wurgen. Met slagroom, stel je voor…”

“Oké,” zegt dochter monter, “slagroom dus niet, maar wel chocomelk. Komt in orde.”

Als ze de bestelling doorgeeft, maakt moeder er op de valreep toch maar een theetje van in plaats van warme chocolademelk.

“Graag twee thee, meneer, ik doe met mijn moeder mee, dank u wel”.

De ober is alweer met andere dingen bezig als moeder zijn verdwijnende rug achterna roept: “Mét slagroom, beste man!”

“Tweemaal thee met slagroom” past dochter haar eigen bestelling nu ook weer aan. Moeder kijkt haar eerst verbaasd, dan stralend aan:

“Hoe prettig, allebei precies hetzelfde, met z’n tweetjes! Dat krijg je toch niet verzonnen?”

“Ja, wij met z’n tweetjes…” bevestigt de dochter de veilige woorden en ze steekt over het tafeltje heen haar hand uit naar die van de moeder.

Moeder begint, ontspannen nu de keuze vast staat, onbedaarlijk te giechelen, “Stel je voor, iemand wurgen met slagroom…” Het is aanstekelijk. Dochter krijgt ook de slappe lach. Samen ‘met z’n tweetjes’, hand in hand verslikken ze zich er  bijna van in hun thee. De slagroom blijft natuurlijk onaangeroerd op de schoteltjes liggen.

Ja, het is een goeie dag vandaag.

Op het toenemend aantal slechte dagen lijkt moeder een bijna lege –heel lieve- huls en die dagen schuiven steeds meer over het oude, vertrouwde  beeld heen.

Alzheimer is een hartvochtige ziekte. Denk alleen al aan het langzame verlies van vrijheid, controle en spraakvermogen, om maar een paar bijzonder angstige ervaringen te benoemen.

Maar soms pakt het toch nog een beetje positief uit. Dan raakt een vrouw niet haar innemendheid kwijt en verdwijnen wel de ontzettende herinneringen aan het plotse sterven van haar nog jonge, enige zoon. Een parel van een man was dat, zijn dood een verpletterend verlies voor velen, maar waarschijnlijk vooral voor zijn moeder. Een vrouw die haar man als steun en toeverlaat ook al zo lang moest missen. Alzheimer heeft zich uiteindelijk genadig over de herinneringen van deze zo zachtaardige dame ontfermd.

Wannes Deleu schreef het onlangs: Voor ik het vergeet. Over leven met dementie. “Soms stap je beter mee in de bijzondere leefwereld van iemand met dementie, al is het maar een paar passen, even de grens over, even rondkijken.”

Met veel dank aan P.H.H.

In liefdevolle herinnering aan haar broer  W.H.