Aanraking

 http://www.zita.be/lifestyle/4047129_.html

op op 21/01/16 publiceert Zita:
Schattig! Premature tweeling
reikt elkaar de hand
(video onderaan dit bericht)

Een filmpje op Zita gaat viraal; premature broertjes die tijdens het zogenaamde kangaroeën op hun vaders borst elkaars handjes vasthouden. Dat herinnerde me aan een krantenfoto van lang geleden. Ik heb hem op internet gezocht en gevonden. Maar dat komt straks.
 
Nog langer geleden had ik, het was een paar maanden na de dood van mijn moeder, in familiekring akelig nieuws te melden; het hartje van het eerste kleinkindje klopte niet meer. Ik was nog wel zwanger, maar zou het kind verliezen. Ik kreeg het echter nietgezegd. Ik kreeg zelfs letterlijk mijn lippen niet van elkaar, was helemaal versteend. Iemand had op een gegeven moment iets in de gaten en nam mijn hand vast. Op datzelfde moment kwam het verhaal er zomaar uit. Soepel, met emotie. Niet dat de familie zat te wachten op een tweede dreun binnen zes weken, niet dat alles toen goed kwam, niet dat ik minder bedroefd was, maar de blokkade die mij versteend had was opgeheven door die ene kleine fysieke handreiking. Ik maak er vandaag de dag nog, of liever gezegd opnieuw gebruik van in mijn praktijk, maar meestal meer gestructureerd via emotional freedom technics (EFT). Zo heet het, maar eigenlijk gebruik ik het meer als een toegang tot veilige, afgebakende fysieke troost.    
Als we worden getroost, is dat meestal door zachte woorden en een arm om onze schouder of een schouder die ons geboden wordt om op uit te huilen. Een kind wordt zelfs op schoot genomen, full bodycontact.
Bij experimenten met een jong resusaapje waar men twee surrogaatmoeders voor had gebouwd van hetzelfde model – een van gaas waar een ‘tepel’ op was gemonteerd waar melk uit kwam als het aapje zoog en één van zachte materialen waar echter geen tepel en geen voeding aan verbonden waren – bleek het aapje bij stress zijn heil bij de ‘moeder’ te zoeken die prettig aanvoelde. Het zocht zijn heil niet bij de voedselbron. Aanraking ging voor voeding.     
In een derde wereldland, ik weet tot mijn schaamte niet meer welk, waren onder meer de toestanden in overbevolkte, onvoldoende  hygiënische couveuses, waar baby’s met hun drie, vier, vijven in de breedte neergelegd werden, dermate desastreus dat het sterftecijfer bij premature kindjes zo hoog lag dat men een experiment aan durfde te gaan wat nog nooit eerder was gedaan bij mensen; er viel toch nauwelijks iets te verliezen. De prematuurtjes – en vergis u niet, daar waren kruimeltjes bij van veel minder dan een kilo – werden permanent op de moederborst gebonden, met hun mondjes rond de tepel. Ik heb er beelden van gezien: net kleine aapjes die zich aan hun mama-apen vastklemden. De moeders gingen naar huis, zetten hun gewone, vaak harde werk voort, verschoven hun piepkleine baby’tjes af en toe naar de andere borst en verschoonden het voorzichtig. Het overlevingscijfer schoot zo omhoog dat er een indrukwekkende documentaire van gemaakt werd en de conclusies ook hier in het Westen zijn  doorgedrongen.  Ik moet er wel bij vermelden dat de moedermelk in geval van premature geboorte perfect aan de specifieke noden van deze baby’s blijkt te voldoen.
Maar toch, raak je kinderen aan, het hoeft allemaal niet steriel te zijn, het hoeft niet doodstil te zijn, er hoeft niet voorzichtig bewogen te worden, er mag leven in de brouwerij zijn, als er maar hartenklop is, aanraking, huid tegen huid. Dàt nodigt uit tot leven.

Om op mijn inleiding terug te komen; in de eerste week van hun leven lagen premature tweelingmeisjes van elk ongeveer een kilo ieder in hun eigen couveuse aan geavanceerde apperatuur. Hier was er duidelijk geen sprake van een derdewereldland. Maar toch zou één van de twee het hoogstwaarschijnlijk niet halen. Een verpleegster met veel gevoel voor de trieste situatie ging tegen de regels van het ziekenhuis in en legde het stervende, al onderkoelde kindje ten afscheid bij haar tweelingzusje; samen in één couveuse. Toen ze weer vertrouwd tegen elkaar aan lagen, zoals ze zo lang gewend waren geweest in hun moeders buik, legde het sterke meisje uit eigen beweging een arm om haar zwakke zusje heen. De hartslag van het zwakke meisje stabiliseerde zich en haar temperatuur klom naar een gezonde hoogte. Ze heeft het overleefd. Beide meisjes trouwens. Ze zijn inmiddels achttien.
Kijk naar hun foto hieronder en laat u raken.

Ze oogsten soms wat ze zaaiden

ZE OOGSTEN SOMS
Heel veel oudjes hebben weer eens eenzaam en alleen gezeten tijdens de voorbije feestdagen. Jonkies trouwens ook. En alle soorten en maten ertussenin. De iets meer bemiddelden onder hen konden zich eventueel nog een plekje aan een feestelijke dis in een restaurant veroorloven, waar het welbehagen uit veel te dure flessen werd geschonken. Maar anderen zaten thuis.

Wat is er aan de hand met die bejaarden die zich in hun piere eentje aan hun teeveetje  door de feestdagen heen hebben gezapt? Hoe komt het dat zij zo alleen waren? Hebben zij geen kinderen? Of hebben hun kinderen soms geen hart? Wonen ze ver weg in het buitenland en konden ze niet komen? Hadden ze geen geld voor de reis of zijn ze slecht ter been? Is er ruzie met de schoonkinderen? Zijn alle vrienden om hen heen reeds gestorven? Alles is mogelijk.
Hoe het ook zij, zo’n eenzame Kerst is een zielige vertoning. Waarom moet oud worden soms zo donker, eenzaam en weerloos zijn? Wat doen kinderen hun ouders toch allemaal aan?

Er wordt bij deze vragen echter weleens iets uit het oog verloren, namelijk dat de beverige slachtoffers van vandaag niet altijd beverig geweest zijn, 
en soms ooit zelf hun slachtoffers strak in de hand hadden; hun kinderen die voor hén beefden. Hun kinderen waarvoor ze geen tijd hadden of die ze niet begrepen of die ze, als ze verdriet hadden, straften in plaats van hen te troosten. Hun kinderen die geen antwoord op hun vragen kregen, geen appeltje voor de dorst als ze eens in nood waren, geen aai over hun bol als ze het goed hadden gedaan. Kinderen van wie veel te veel verwacht werd, die de dromen van hun ouders die niet de hunne waren, waar moesten maken of in wie juist geen enkel vertrouwen werd gesteld. Kinderen die verscheurd werden binnen vechtscheidingen. Kinderen waarvan de partners  niet geaccepteerd werden, de opvoeding bekritiseerd, aan wie studies opgedrongen werden of ontzegd. Kinderen die dienden als visitekaartjes van hun ouders: die steeds hun ouders moesten bevestigen dat ze goede ouders waren. Kijk ons eens opvoeden.

Er zijn ook kinderen wiens ouders hen vastbonden in een wasmand en in de donkere kelder zetten als straf, of onder de koude douche; kinderen die altijd op straat zwierven en nooit binnen mochten komen omdat hun moeder smetvrees had en hen om ze met hun vuile voeten van de vloer te houden van drie hoog hun in aluminiumfolie verpakte lunchpakketjes door het raam naar beneden smeet; kinderen die met soldeerbouten, sigarettenpeuken en meer onbevattelijke dingen bewerkt zijn en die wormen te eten kregen; kinderen die onnodig ondervoed en onderkoeld zijn, die geslagen, gepest en uitgebuit werden door hun ouders, en verkracht.(*)

Ze zien er doorgaans heel gewoon uit, ik heb ze bijna dagelijks in mijn praktijk en ik hoor de meest ontzettende dingen. Kijk uit, ook hún ouders zitten meestal als vermoorde onschuld, verbijsterd door wat het lot hen in de vorm van ondankbaar nageslacht heeft aangedaan, te schuddebollen in hun verzorgingsflat.  Ook zij zien er heel gewoontjes uit. En de verpleging begrijpt maar niet waar het bezoek blijft tijdens de donkere dagen.

Toch zetten heel wat van de mishandelde en emotioneel & fysiek verwaarloosde kinderen hun beste beentje voor tijdens  de rituele momenten, al is het maar om alsnog iets van ouderlijke lof binnen te halen. Al komt die vermoedelijk niet meer. Anderen leggen de kwetsbare of zelfs slachtofferpositie van hun ouders naast zich neer en laten hen zitten op de blaren die ze zelf opliepen, laten hen oogsten wat ze zaaiden, namelijk eenzame eindejaarsfeesten.

Moet er in de naam van de Vrede met de hand over het hart gestreken worden? Bevestigen de mishandelde  kinderen hun positie als weerloos kind wanneer ze ondanks alles hun ouders blijven dienen? Of zijn ze juist sterk als ze uit vrije wil zorg voor de zorgelozen opnemen? Ontnemen ze hun ouders een belangrijk leermoment als ze de schijn hoog houden en hen niet confronteren met de gevolgen van wat ze deden?  Evolueren ze als ze uiteindelijk vergeven en vergeten?

Onmogelijk om voor een ander te bepalen. Ik heb er wel gedachten over, maar geen sluitend antwoord op. Zeker is, dat onschuldig ogende, beverige ouden van dagen niet altijd zijn wat ze lijken. En Kerstfeestjes evenmin.      
 


(*) Al deze voorbeelden komen, al lijken ze soms vergezocht, stuk voor stuk uit mijn praktijk.