Verbinding en verzet
Jarenlang waanden we ons in een hoog boven het dagelijkse geroezemoes van een stad verheven veilige vesting aan het water. ’s Nachts dan. Overdag was dat niet nodig. Maar nu heeft een jonge huurder met een uitgebreide vriendenkring zich in een flat genesteld die al die tijd had leeg gestaan. Hij beschikt daardoor over een immens terras dat zich boven ons halve appartement uitstrekt. Het heeft een houten vloer. Dat zorgt voor de nodige akoestiek. Op de bovenverdieping sluit het aan op ons dak en … dakvenster waarachter wij slapen. Overdag hebben we nauwelijks last van hem en ook ‘ s avonds houdt hij zich rustig. Dus net als vroeger kruipen wij lekker ver weg van alles, rond een uur of elf onder de wol. Steevast rond kwart voor twaalf echter, floept zijn feestverlichting aan, beginnen de kurken te knallen en wordt er luidruchtig genoten van de prachtige juninachten aan de Leie. De jeugd laat zich niet hinderen door ons openstaande raam. Ondanks de hitte sluiten we het na een tijdje als de wietgeuren ons helemaal wee gemaakt hebben. Koele regennachten zijn net zo welkom geworden als het vorige jaar tijdens die verzengende, kurkdroge zomer. Nog nooit hebben we ons in het voorjaar al verheugd op de winter, maar nu is het zover. Dat we ons raam ostentatief dichtdoen is voor hen kennelijk ook niet het minste teken dat we last van ze hebben. Toegegeven, ze schreeuwen niet echt en zetten geen harde muziek op. We kunnen dus weinig tegen hen inbrengen. Onlangs lagen we vijf nachten achter elkaar tot de ochtend wakker. Er moest iets gebeuren als het weer de volgende nacht ook goed zou blijven. Een rituele regendans hebben wij niet onder de knie, dus het was weer raak; een wonderschone nachtelijke sterrenhemel strekte zich verdorie weer over ons stil geworden stadje uit. En jawel hoor, rond middernacht werden we uit onze eerste slaap gerukt. Door de buren. Ik lag te knarsetanden in mijn bed en voelde me diep ellendig, want dit is een onoplosbaar probleem; je kunt jeugd moeilijk verbieden wat lol te maken op hun eigen, fantastische terras. Dat bedenkend, herinnerde ik me ineens weer een ‘slaapliedje’ van vroeger, toen mijn kinderen nog thuis woonden en het vaak later maakten dan wij. Hoe ik luisterde naar hun stemmen en hun plezier en ik me op het ritme daarvan diep tevreden in slaap liet wiegen. Hoe meer stemmen hoe meer vreugd’ was het zelfs. ‘Als ik nu eens net doe of dit mijn kinderen zijn, of vrienden?’, was mijn plotselinge zotte inval, waar ik weinig van verwachtte. Toch even geprobeerd. Even maar, want toen sliep ik al…
Diezelfde week zat ik met de hartsvriendin van mijn zoon, een vrouw die ook míjn hart een beetje gestolen heeft, op een terrasje aan de levendige Korenmarkt. Onder de blakende zon hadden we een plekje met wat schaduw van een echte boom veroverd (knap in Gent) en kletsten we elkaar bij, opgetogen dat we weer eens samen waren. Ik vertelde haar onder meer over mijn jongste aanwinst, de nieuwe slaaptruc. Ze keek me aan en pakte me geraakt bij mijn polsen vast. Want:
ze heeft een half jaar geleden samen met haar lief een prachtig huisje gekocht. De renovatie kun je gerust aan haar kunstenaarshanden en verfijnde smaak over laten. Ook om hen heen één en al pracht. Voor hun huis staan bomen, achteraan liggen de tuin en een zandpad langs een vaart. Echt de hemel. Tot ze er na de verbouwing definitief in trokken en feestelijk aan hun allereerste nacht in hun eerste gezamenlijke nest begonnen. Het zandpad blijkt een illegale doorgang voor vrachtwagens te zijn, die daarmee (enkel ’s nachts) een heel stuk weg afsnijden. Dat scheelt hen tijd, daar de route niet alleen korter is, maar ze ook geen vaart minderen. Het huis van mijn vrienden davert de hele nacht en zij liggen wakker tot ze er ziek van worden. Een onoplosbaar probleem. In dezelfde periode als die waarin ik mijn lumineuze inval had, kreeg haar vriend iets dergelijks. ‘Liefste’ had hij gezegd, ‘als we nu eens iets heel onwaarschijnlijks doen en we beelden ons in dat al die vrachtwagens van ons zijn en daar voor ons werken?’ Kom er maar eens op! Niet onbekend met meditatie gingen ze samen aan de slag. ‘En’ zei ze, ‘Evamaria, geloof het of niet, we sliepen als róósjes!’ Ik geloofde het.
Twee voorbeelden van de geheimzinnige kracht van verbinding in plaats van verzet. Een eye-opener van jewelste voor mij. Het is letterlijk op alles toepasbaar en maakt je minder bang, sterker, milder, een extra laagje huid wordt je geschonken. En je slaapt er dus beter van.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.