Andermans pech als cadeautje. Nu wil ik ter gelegenheid van de donkere dagen best wel eens voor zo’n kerstcadeautje zorgen. En voor diegenen die niet beginnen te schateren als een ander struikelt, maar wél opgelucht zijn dat de dingen ook bij anderen wel eens anders zijn dan ze lijken en dat ook bij hen de zaken niet altijd lopen zoals gepland, kan het een opstekertje zijn.
Dat iemand zich verheugt in andermans pech kan ik me enkel voorstellen als die ander, volgens die persoon, tegenslag heeft ‘verdiend’. Maar het schijnt verder te gaan. Daar zijn tijdens de oorlog zeer akelige proeven mee gedaan in kampen. Proeven die inderdaad aantonen hoeveel plezier de mens, als het water maar hoog genoeg aan diens lippen staat, kan hebben in het leed van volslagen vreemden. Een iets onschuldiger voorbeeld bestaat uit de kijkcijfers van het tv-programma ‘Ik vertrek‘. Die zijn hoog. Ik heb me laten vertellen dat dit direct samenhangt met de ellende waar onze noorderburen bijna per definitie aan worden blootgesteld nadat ze in dat koude kikkerlandje hun biezen hebben gepakt en vol onbegrijpelijk naïeve voorvreugde neerploffen in een godvergeten, oververhit oord, waarvan de taal hen even onbekend is als de mentaliteit. Het nieuwe onderkomen, in veel gevallen hun toekomstige luxe B&B, is een schuur die van ellende nog niet weet welke kant hij op moet vallen en waar de bouwvergunning nog voor aangevraagd moet worden in het Swahili én het Oekraïens.
Andermans pech als cadeautje. Nu wil ik ter gelegenheid van de donkere dagen best wel eens voor zo’n kerstcadeautje zorgen. En voor diegenen die niet beginnen te schateren als een ander struikelt, maar wél opgelucht zijn dat de dingen ook bij anderen wel eens anders zijn dan ze lijken en dat ook bij hen de zaken niet altijd lopen zoals gepland, kan het een opstekertje zijn.
Het tafereeltje oogt als volgt: een moeder met dochter en schoonzoon (of andersom?) zitten vrolijk op een terrasje. Zij heeft een hondje op haar schoot. De dochter (of is het de schoondochter?) krijgt tot haar verrassing een geschenkje en omhelst de vrouw. De familie idylle…
Bij de verstilde volle maan-foto die ik onlangs plaatste op mijn facebookpagina, schreef ik: makkers, staakt toch eens uw wild geraas. Dat had ik niet moeten doen. Het noodlot werd getart en dat laat het zich zomaar niet welgevallen.
De oudste heeft een kindje dat nog in de leeftijd zit van devoot haar schoentje zetten en zeker weten dat het ‘s nachts het paard van Sinterklaas op het dak heeft horen trappelen. Voor haar probeerde ik wat familie te verzamelen op een overdekt terras. Van tevoren was ik gaan kijken wat de meest geschikte plek was. Een tafeltje aan een flakkerend vuur; uit de tocht maar toch voldoende verlucht. Het is Gent. Het juiste plekje was dus gauw gevonden en gereserveerd. Jammer dat ik mijn handtas er toen heb laten staan en dat die niet meer teruggevonden is. Deze tegenvaller kwam bovenop een WhatsApp fraude, die mij niet in een stemming had gebracht waarin ik veel geld in nieuwe tassen wilde investeren.
Kind nummer 2 zat op de bewuste dag nog in (Covid)quarantaine, maar kon volgens de berekeningen de dag erop wel van de partij zijn. Kind nummer 3 kon ‘nog niets beloven’. Kind nummer 1 en de eetgelegenheid gingen ermee akkoord om de ontmoeting een dag te verschuiven. Nu kwam het neer op een week puur verheugen en hopen dat nummertje 3 ook nog kon komen.
Twee uur voor het bewuste moment kreeg ik goed nieuws: kind nummer 3 kon! Maar … mocht het niet een uurtje eerder? Dit berichtje werd onmiddellijk gevolgd door een appje van kind 1, dat vroeg of het niet een uurtje later kon. De jaren gaan niet aan me voorbij zonder dat ik er toch af en toe iets uit oppik, dus ik schreef: ‘Vanaf 15u00 uur zit ik daar zoals afgesproken op dat terras en jullie zien maar wanneer je kunt.’ Een uur te vroeg ging ik fit en vrolijk op pad met mijn hondje, zodat het moe gewandeld zou zijn en zich zou gedragen op het terras. (Dat bleek ijdele hoop.) Onderweg hoorde ik achter me, in mijn rugzak, allerlei verdere berichtjes binnen komen: kind nummer 1 (die met het kleinkindje waar alles om begonnen was) verschoof de afspraak en zei iets later wegens omstandigheden maar even helemaal af. Kind nummer 3 vroeg me om iets mee te brengen van huis, wat niet meer lukte omdat ik al onderweg was. Kind nummer 2 liet weten dat de quarantaine toch nog niet ten einde was. Foutje in de berekening, kan gebeuren mama. Mijn hondje kon het niet verwerken dat ik om de paar stappen stilstond met mijn gsm. Het raakte daarom pas waarlijk geïnspireerd op het eind van de wandeling in het volle zicht van mijn volgeladen terrasje. Daar was het pijnlijk schutteren met een onmogelijk open te krijgen plastic zakje, terwijl de gasten er ook niet blij van werden. Enigszins gelouterd streek ik uiteindelijk neer op de gereserveerde stoel. Het beloofde vuurtje was niet aan, maar daar zou op mijn vraag wat aan gedaan worden “als het koud werd”. Pardon, kón het nog kouder? Na een kwartiertje eenzaam rillen, meldde kind nummer drie zich telefonisch om te vragen waar ik bleef… Het zat wél al gezellig op een terras, maar aan het verkeerde plein. En dat zou mijn schuld zijn. Er volgde overleg: zou het nog wel de moeite zijn om te komen, want er bleek een dubbele afspraak te zijn geboekt. Met een collega. “Kun je die collega niet meenemen?” voeg ik, terwijl ik overlegde of ik zou gaan huilen of me vele jaren te laat nog eens in een pedagogieboek zou verdiepen (titel: Goed voorbeeld doet niet volgen). De bereidwillige collega kwam mee en het werd nog best gezellig. We bleven zitten tot zes uur. Al die tijd heeft het personeel het, ondanks drie maal opnieuw vragen, verrekt om de vlammetjes bij onze tafel aan te steken. De misplaatste trouw aan mijn afspraak hield me vast op de verkeerde plek. Voer voor therapie.
Eenmaal thuis gekomen, begon het ‘heerlijk avondje’. Althans hoopte ik dat Sinterklaas verder vooral stilletjes mijn huisje voorbij zou rijden. Ik deed mijn bibberende hondje onder de warme douche, hees mezelf in een comfortabel huispak, zette mijn verstand op nul en deed net mijn schort voor om wat te koken, toen de bel ging: kind nummer 1 met partner en mijn kleindochter stonden alsnog voor de deur! De deur van mijn niet opgeruimde en nog niet voldoende opgewarmde appartement. Het Sintcadeautje dat ik oorspronkelijk voor de kleindochter had gepland, had ik ook wel passend gevonden bij kind nummer 3 en had ik ’s middags op het gure terrasje dus al meegegeven. Daar stond ik. Bekaf, koud tot op het been en met lege handen. Op hetzelfde moment belde mijn vader me op met de laatste berichten over mijn broer, die voor een verschrikkelijk afscheid staat.
Paardje was weliswaar nog lang niet moe, maar ik heb mijn visite naar huis gestuurd. Visite die zelf weet wat pech is en daardoor veel kan begrijpen.
En nu bukken voor de Kerst.
Foto: Evamaria
In Memoriam,
Jeroen Jansen
19 september 1961 – 23 december 2021
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.