Destructief recht, deel 1 

Omdat ik onlangs een petitie ondertekende tegen de schending van de mensenrechten in de Gazastrook en daarbij mijn telefoonnummer en e-mailadres opgaf, had ik prijs. Het resulteerde in een telefoontje van een Amnesty International medewerkster. Of ik een momentje had. Normaal probeer ik zulke intrusies te vermijden, maar nu bedacht ik me. Bij nader inzien had ik dat momentje waarom ze vroeg eigenlijk wel en ik ging ervoor zitten. Dat ik uiteindelijk gevraagd zou worden om een maandelijkse bijdrage zag ik natuurlijk op mijn sloffen aankomen en dat was ook oké.

De dame aan de telefoon had zich na haar pensioen volledig op het gevecht voor de mensenrechten gestort. Ze was goed op de hoogte van wat er gaande was, onder meer in de Gazastrook, en we raakten steeds dieper in gesprek, want het onderwerp heeft ook mijn hart. Speciaal in dit geval, omdat ik zowel Joodse als Palestijnse vrienden heb en meerdere malen in Israël was; een keer maandenlang. 

Zij raakte er ook maar niet over uit dat een volk dat zelf zo verschrikkelijk veel geleden heeft als het joodse, andere bevolkingsgroepen zo weinig ademruimte gunt. “Ze weten toch hoe erg het is om onderdrukt en uitgemoord te worden? Waarom doen ze het dan anderen aan?” Haar verstand stond erbij stil. Maar goed, ze had die dag nog meer telefoontjes te plegen en uiteindelijk concentreerden we ons op de verwachte zakelijke overeenkomst. Daarna bedankte ze me hartelijk voor mijn bijdrage, maar ook nog eens speciaal voor ‘het fijne gesprek’ en ineens kreeg ik zin om iets meer duiding te geven aan de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid die zij maar niet verteerd kreeg. 

“Hebt u toch nog een momentje?” vroeg ik op mijn beurt. Had ze. En ik vertelde haar kort dat ik psychotherapeut ben en begon haar het principe van destructief recht uit te leggen; een principe dat zich in het gevoelsleven van iemand kan gaan nestelen als hij zelf veel onrecht heeft ervaren.
Een kind dat geregeld slaag heeft gekregen, groeit niet per se uit tot iemand die anderen spaart op dat vlak. Het loopt de kans een volwassene te worden die er juist van overtuigd is dat hij het recht heeft om de ander pijn te doen.
Een kind wiens hele jeugd in het teken heeft gestaan van een vechtscheiding, waarin het veel heeft moeten liegen om beide partijen tevreden te stellen, kan uitgroeien tot een manipulatief persoon. De manipulator, die (vaak onbewust) ervaart het grootste recht te hebben op liegen en op het uitspelen van partijen. Een volwassene die werkelijk het gevoel heeft in zijn recht te staan als hij destructie aanricht.
Een vrouw die jarenlang huiselijk geweld heeft ondergaan en later, na de scheiding, geen genoegen neemt met een uitleg op kindermaat, maar haar kroost in tegendeel opzadelt met de akeligste, gewelddadigste details.
Ik heb weet van een kind dat alles over het kennelijk treurige intieme leven van de ouders via moeder aan moest horen, waarbij vooral vaders gekluns in het licht werd gezet.
Een cliënt die een jeugd van oeverloze mentale verwaarlozing achter zich heeft, schreef me ooit een venijnige brief over mijn zogezegde nonchalance, nadat hij had gehoord dat ik dat jaar een maand vakantie zou nemen in plaats van drie weken. 

De rekening wordt aan (meestal onschuldige) derden gepresenteerd. Destructief recht wordt daarom ook wel de roulerende rekening genoemd. Iemand die veel in een machteloze positie heeft gezeten en dit bewust of onbewust als bedreigend heeft ervaren, kan later een beroep kiezen waarin macht kan worden uitgeoefend over anderen. Schrik niet, daar zitten echt niet alleen kaakchirurgen, beulen, deurwaarders en politieagenten bij, maar ook binnen de zorg kan door de destructief gerechtigden onbewust macht worden uitgeoefend over mensen die in een zwakkere positie staan. Kijk maar rond in bejaardentehuizen en eerlijk gezegd ook binnen de psychiatrie en -o help- in vrijwilligerswerk. Een ander voorbeeld is dan weer het hondenbaasje dat vroeger geen controle had (bijv. domineerde een onbetrouwbare vader of een ziekelijk perfectionistische moeder diens jeugd) en als volwassene de controle grijpt over een wezen dat net zo machteloos is als hij destijds was: een huisdier dat zijn baasje ondanks heel veel wangedrag trouw zal blijven. Een hond, die tot in extremis wordt gedrild, of mishandeld. Ik had vroeger contact met een vrouw die levenslang gebeefd heeft voor haar tiran van een vader. Stokoud werd de man natuurlijk en op zijn begrafenis klonken niets dan lovende woorden van zijn devote dochter. Haar eigen kinderen pamperde ze en prees ze de hemel in onder het devies “Zij mogen niet meemaken wat ik moest verduren.” (Strontvervelende, hooghartige jongens werden dat, net kloontjes van hun opa.) Bij haar honden echter, kreeg haar onderbewustzijn de overhand. Ze was een echte slavendrijfster. Elke gram eigen wil werd uit die beesten gedrild. Ze gedroegen zich een stuk beter dan haar zoons, dat dan weer wel. Het is een oud verhaal. 

De tragiek is, dat alle destructief gerechtigden, hoe onsympathiek soms ook, zelf geleden hebben en ‘gewoon’ de rekening daarvan doorgeven. Meestal onbewust. Deze lijn, die door meerdere generaties heen kan spiralen, valt te doorbreken met erkenning van het onrecht wat hen door derden of door het leven is aangedaan. Het is helend om serieus genomen te worden als slachtoffer van iets dat onheil in jou heeft aangericht. Denk bijvoorbeeld aan de rechter die erop stond om de slachtoffers/overlevers van Epstein toch nog een dag lang aan het woord te laten tijdens een proces dat naar aanleiding van zijn zelfdoding eigenlijk op dat moment stilgelegd had kunnen worden. Die dag van publiekelijk begeleid, beluisterd en geloofd worden, na alle jaren van ontkenning en bagatellisering van hun verhaal, omschrijven ze als een van de beste momenten in hun tot dan toe moeilijke levens. Wellicht was het de start van een helingsproces. Een dergelijk proces is echter geen kwestie van een namiddagje de balans opmaken. Het is lang en intens werken. 

Redactie: Petra Hoetz 

Afbeelding: eigen foto v deel vh embleem van Amnesty International (www.amnesty-international.be)