Schending en inslag

(foto: Sabrina Scarpa)

Op zijn voorstel hadden ze tien jaar en drie kinderen verder, om de vaart er weer wat in te krijgen, afgesproken om elke twee weken de ander in bed gewoon een beetje te verwennen en dan wel te kijken wat ervan kwam. Zij: incestslachtoffer. 

Het was dus bepaald niet haar initiatief geweest, maar ze was in een dappere bui en dacht: fair enough, zette zich over de haar welbekende drempels heen en begon hem aarzelend te strelen. Het werd leuk. Zie je wel?! De avond erop ook, nog in de intimiteit verkerend van de nacht tevoren.
Ruim twee weken later stelde zij schoorvoetend, maar ‘beloofd is beloofd’, voor om ‘s avonds de rollen om te keren en opnieuw te kijken wat ervan kwam. Hij zou haar verwennen. En die beloofde overgave kostte haar meer moeite dan velen die zich seksueel veilig hebben mogen ontwikkelen, ook maar bij benadering kunnen inschatten. Hij lachte toen ze, naakt uit de douche komend, – o zo kwetsbaar-  haar belofte voor die avond bevestigde, maar ze voelde op de één of andere manier iets ongrijpbaars in de lucht om hem heen en herhaalde die dag wel een paar keer haar vraag of er iets met hem was. Nee, er was ‘niks aan de hand’ pom-pom-pom. Zij deed een beetje moeilijk, kennelijk. Of projecteerde ze haar angst op hem? Wie wist het? Zij niet; ze tastte zo vaak vruchteloos rond in de dichte mist die in haar brein kwam opzetten als het aan kwam op seks en intimiteit.


’s Avonds in bed nam hij haar gezellig en vertrouwd in zijn armen, net als al die jaren van hun samenzijn. Zo lagen ze een tijdje tevreden bij elkaar. Hoewel, tevreden …. Zij voelde zich als incestslachtoffer dat nu zelf seks had voorgesteld, opnieuw zooo kwetsbaar. Intussen lag hij te bedenken hoe hij haar zachtjes duidelijk moest maken dat hij geen goeie dag had, een beetje depri was, moe bovendien en echt geen zin had. Als hij het haar gewoon had uitgelegd, of zich over zijn eigen dipje had heen gezet, dan was het waarschijnlijk niet zo jammerlijk gelopen. “Sorry,” perste hij er uiteindelijk uit, “ik kan het niet. Ik zie er de hele dag al als een berg tegenop.”

Als een berg.

“Geeft niet”, zei ze nadat haar adem een kort moment had stil gestaan en ze kroop wat dichter tegen hem aan in een poging om de woorden niet nog verder tot zich door te laten dringen. Per slot van rekening, hoe veel blauwtjes had ze hem niet laten lopen, gevangen in haar angsten en onmacht, door haar vele subtiele maar effectieve afwijzingen van intimiteit? Afwijzingen waar hij nooit een onoverkomelijk ego-item van had gemaakt, omdat hij de herkomst van haar remmingen en verlamming kende. Het lukte haar om zichzelf in slaap te sussen, ‘niks aan de hand’, maar ze werd ondanks zichzelf de volgende ochtend vroeg wakker met een gekneusd hart en een pijnlijk geschonden vertrouwen. Hij had er als een berg tegenop gezien? Hij? Om hààr te verwennen?
“Ik kan het je vanaf nu nooit meer vragen, dat voel ik gewoon”, stelde ze verdrietig vast, terwijl hij geschrokken de slaap uit zijn ogen wreef. Voortaan zou hij haar moeten verleiden en dat zou een nog moeizamere weg worden dan voorheen. 

Zo gevoelig liggen intimiteit en afwijzing. En in het verlengde daarvan: zo ‘overgevoelig’ reageren de slachtoffers van seks die hen tijdens hun jeugd opgedrongen is geweest. Sowieso is elke opgedrongen seks riskant voor je gezamenlijke toekomst, ook binnen zogenaamd volwassen afspraken. 

Maar er schuilen vaak onverwachte uitwegen in schijnbaar doodlopende straatjes. 

Op zaterdag, vroeg in de ochtend na de feiten, ging ze een achterstallig klusje doen op haar werk, gewoon om legitiem wat afstand van hem te nemen. ”Ben over een uurtje thuis, breng jij de kinderen naar de scouts?” en weg was ze. Na haar kantoorklus bleef ze op een terrasje in de buurt hangen met een collegaatje, dat net aankwam toen zij weg wilde gaan. Pas na een paar uur kon ze het opbrengen om haar lief te sms-sen dat ze de rest van de dag voor zichzelf nam. “Ik begrijp het…” was zijn reactie, waarvoor hij haar speciaal opbelde. Ze hoorde dat hij wist wat hij zei … en het meende ook. Erkenning. En met één warme golf die door haar hele wezen vloeide, werd er een vlies over de in die nacht opgelopen wond gelegd. Een half uur later al ging ze alsnog naar huis. Haar huis met onvolkomenheden. Maar hoe dan ook nog steeds haar thuis.

Geen plaats in de herberg

Patty Brard, deze op zijn minst uitbundige Nederlandse media-dame zweeft al decennia lang het randje van mijn bewustzijn in en uit, steeds per toeval. Ik ken haar te weinig om te stellen dat haar tv-persoonlijkheid me wel of niet ligt. Mijn interesse werd vandaag pas gewekt, ook weer toevallig, door een weekblad. Ik had nog willen kijken welk, maar ben het vergeten, het was in elk geval roddelderoddel en verdraaid mooie prinsessen. Daarin heeft Patty Brard kennelijk een plekje veroverd in een  vragenrubriek voor mensen met problemen. Zij nu ook al? BN’rs en BV’s kunnen zich toch wel wat permitteren, vroeger zetten ze daar toch geschoolde therapeuten/psychologen voor in? Hoewel ik bij hun adviezen ook weleens iets weg moest slikken. Maar toegegeven, ik vond Brards antwoorden niet slecht. Er zat echter één vraag bij waarvan ik dacht; oei, dít is een moeilijke!

Het gestelde probleem in het kort. Een vrouw had haar beste vriendin verloren en de dochter van die vriendin, die dus geen mama meer had, kwam sedertdien twee-keer per week bij haar eten en wat warmte bijtanken. Wellicht ook om raad vragen en wat traantjes plengen. Het werd een beetje veel voor het gezin van die vrouw, vooral man en kinderen vonden dat ze meer ruimte behoefden dan ze nu kregen door die inbreuk op hun tijd en privacy. Aan Patty werd gevraagd hoe ze dit het meisje zo voorzichtig en vriendelijk mogelijk aan haar verstand konden brengen.

‘Oei, dit is een moeilijke!’, dacht ik dus, blij dat ik niet in Patty’s schoenen stond. Ik hield me al vast en bereidde me voor op boodschappen als: ‘Zij moet beseffen dat jullie ook recht hebben op een privéleven’, ‘Neem haar mee op een etentje en probeer begrip voor jullie situatie bij haar te creëren’, ‘Wees eerlijk’, ‘Ze moet leren om met haar verdriet naar haar vader en haar eigen familie en vrienden te gaan, niet in haar moeders kringen blijven hangen’, ‘Je moet er in de eerste plaats zijn voor je eigen man en kinderen, als die daarom vragen’, etc.

Maar Brard liet zich niet kisten: ‘ Ik vind dit heel erg moeilijk’, schreef ze. Ten eerste een open en moedig begin, ten tweede: zij dus ook! En verder ging het, ik citeer letterlijk: ‘Stel dat jou iets overkomt en jouw kinderen kloppen aan bij je beste vriendin om hulp? Hoe zou jij het vinden als die vriendin dan niet de nodige tijd voor hen nam? Ik denk dat je met jouw man en kinderen een gesprek moet hebben waarin je dit vergelijk trekt. Maak duidelijk dat dit meisje jullie nu allemaal nodig heeft, of dit nou elke dag is, of één of twee of drie keer in de week. Dat is even niet anders. Als zij het verlies van haar moeder en het uiteenvallen van de familiestructuur dadelijk een plekje heeft gegeven, zal dat vanzelf minder worden, maar voor nu is het jullie plicht er voor haar te zijn. Er bestaat geen zachte en subtiele manier om iemand te zeggen dat je geen zin hebt om tijd voor ze te maken. Liefs, Patty

Er bestaat geen zachte en subtiele manier om iemand te zeggen dat je geen zin hebt om tijd voor ze te maken. Bam! Brard slaat met haar vuist op tafel. Jullie willen in deze zwartste der tijden van haar af? Mooi niet! Zet jezelf eens één keer in je leven niet op de eerste plaats. Er is soms nood die het afschermen van je ego-behoeftes volledig in de schaduw stelt.

Behoudens wat taalkundig gemekker (wat ik achterwege laat) heb ik aan haar antwoord nu eens echt helemaal niets meer toe te voegen. Hoewel, ‘dadelijk een plekje heeft gegeven’ is wat mij betreft wat ongelukkig uitgedrukt, maar alla, daar gaat het hier nu even niet om. Ik heb de bewuste bladzijde gefotografeerd en een beetje tekst voor mijn column van haar gestolen. En omgekeerd deed zij dat voor even met mijn hart.