Kerstcadeau

“Ik zie een trouwring aan je vinger. Hoe zit dat? Krijgen we daar gedonder mee?”  

Plusvader aan het woord:  

Toen mijn vrouw en ik elkaar voor het eerst ontmoetten, wisten we het eigenlijk meteen. We wilden samen verder. Daar zij in de naweeën van een echtscheiding zat en haar kinderen van zestien en achttien jaar oud daardoor ook heel wat hadden meegemaakt, was ze er voorzichtig mee om hen met mij te confronteren. De kinderen wisten van me af, maar ze wachtte op het moment dat ze uit zichzelf naar me zouden vragen. Zo hielden we onze relatie een half jaar buiten hun zicht. 

Op een avond was mijn vriendin uit gaan eten met haar kinderen en het vriendje van de dochter. En terwijl de jongemannen binnen bleven omdat het buiten venijnig koud was, gingen moeder en dochter vóór het dessert op het terras aan de straat samen een sigaretje roken. Daar liep ik hen in het donker tegen het lijf. Onopzettelijk. Mijn vriendin stak kort haar hand naar me op en ik naar haar, waarna ik haastig doorliep. Goeie toneelspelers zijn we blijkbaar niet, want de dochter had het  onmiddellijk in de gaten: “Is dàt hem?” Ja dus. Ze riep me terug om kennis te maken. Een ontzettend leuk, hartelijk meisje. Na een korte babbel ben ik doorgelopen naar een cafeetje met een open haard iets verderop. Later hoorde ik van mijn vriendin dat haar dochter meteen na mijn vertrek verrast had gezegd: “Wàt een fijne man!” Ze was een beetje overrompeld en heel enthousiast naar binnen gegaan om haar vriendje en broer op de hoogte te brengen en vertelde er aanmoedigend bij dat ik in een cafeetje verderop zat. “Fijn voor hem.” was de reactie van de zoon. Zijn moeder liet het erbij en ze aten gezellig door. Ze kende haar volkje en had binnenpretjes. En inderdaad, toen ze naar huis vertrokken, vroeg de jongen tussen neus en lippen door waar dat cafeetje wel niet was. Hij wilde wel even ‘binnenspringen als dat dan zo nodig moest’. “Niks moet”, zei zijn moeder, maar het zusje was al met haar vriend naar mij onderweg. Ach, dan ging hij ook maar eens mee een kijkje nemen… 

Zo kwam het dat ik bij mijn biertje aan de open haard totaal verrast werd door een groepje jongeren, waarvan ik alleen de dochter herkende, en mijn vriendin die er blozend achteraan kwam. Haar zoon vatte de koe meteen bij de horens. Ik weet het na tien jaar nog letterlijk: “Zo,” zei hij “ben jij de nieuwe vriend van mijn moeder?” “Yep”, zei ik blij. Dat beviel hem. Hij bleef recht op de man afgaan: “Ik zie een trouwring aan je vinger, hoe zit dat, krijgen we daar gedonder mee?” “Nee hoor, dat is de ring van mijn overleden vrouw en die zal ik ook niet af doen!” “Fair enough” vond hij. “En ga je nu over me vaderen of wat?” was de onmiddellijk erna op me afgevuurde vraag. “Dat was helemaal niet de bedoeling!” reageerde ik, “Ik moet er niet aan dénken.” Van binnen moest ik lachen om zowel het directe als de kernachtigheid van zijn terechte vragen.  

Ik was kennelijk met glans geslaagd voor de eerste ronde; hij schudde mij krachtig de hand en zei: “Ok, doe mij dan ook maar een biertje.” Daarna zat ik met het hele gezelschap, mijn nieuwe toekomstige plusfamilie, nog tot middernacht rond die haard. Terwijl het buiten vroor dat het kraakte, smeedden wij daar binnen aan het begin van onze lange, warme band. Het loopt nu alweer tien jaar rimpelloos tussen ons, ze zijn zelfs heel defensief ten aanzien van mensen die mij in hun ogen niet goed of met onvoldoende respect behandelen. En ze zetten bij voorbeeld rustig hun moeder op haar plaats als die eens te fel uit de hoek komt tegenover mij. Met hun eigen vader hebben ze overigens ook een prima contact. Kan eigenlijk niet beter.  

Ze hebben me altijd bij mijn voornaam genoemd, maar laatst stelde de inmiddels jong volwassen dochter me aan een paar vrienden van haar voor. En het was de eerste keer dat ik haar hoorde zeggen: “Mijn plusvader” in plaats van “de man van mijn moeder” of gewoon mijn naam. “Mijn plusvader” … Wat een kerstcadeau. 

Foto: Evamaria Jansen, Boxtel.