Veel heb ik het al gehad over allerlei soorten van verlies en het omgaan daarmee. Een vorm ervan speelt zich al heel lang dicht bij huis af.
Zie hem komen. Een knappe dertiger, delicate beenderstructuur maar niet te dun. Ernstig, maar altijd in voor een kwinkslag. Intelligent en gevoelig. Dat hij fysiek al veel heeft geleden, zou je zien als je hem in shorts zou tegenkomen, maar op gewone dagen zijn enkel zichtbaar een paar tattoos.
De eerste die verscheen, was een lp op de binnenkant van zijn pols; hij is dj in zijn vrije tijd. Op zijn hart volgt een grote diamant. Symbool uit een lied* wat lijkt te gaan over zijn boezemvriend die suïcide pleegde op eenentwintig jarige leeftijd. Elders op zijn lichaam prijkt een ode aan die vriend. De diamant is tevens symbool voor de schoonheid en de kracht die kunnen ontstaan als gevolg van langdurige zware druk; een reminder voor zichzelf dat er ondanks alles nog mooie dingen kunnen komen. Om die tegen de angst in nog een kans geven, was op den duur echt niet simpel meer.
Vlak daarnaast een teken voor zijn oma die hij nooit in levenden lijve heeft gekend, maar die voor hem vertrouwd voelt. Iemand wiens gegarandeerde aanmoedigingen hij heel hard had kunnen gebruiken. Links van het oma-teken een maan die staat voor zijn petekind. En op dezelfde hoogte een kruisje met de initialen van zijn onlangs overleden peetoom of peter.
Gaan we iets lager, volgt het vogeltje met een dolk erdoor. Het is getatoeëerd op de arm waarmee hij jarenlang verbonden werd met het dialyseapparaat dat hem, wachtend op een donornier, in leven hield. De drang om zijn jeugdige vleugels uit te slaan kreeg de dolksteek van de gebondenheid aan het apparaat – de plaats waar het stond en de uren die voor hem gereserveerd waren- een ijzeren dieet en de diepe uitputting die opleidingen en werk twee decennia lang fnuikten.
Tevens is op zijn knie een plakker of pleister uitgebeeld; ooit de voortdurende aanwezigheid op zijn dialyse arm. Een teken tevens voor verwonding. De plek is gekozen vanwege het feit dat een kapotte knie deze op zich sportieve jongen meer gehandicapt maakte dan wegens nier dysfunctie nodig was geweest.
De verfijnde afbeelding van een waterflesje kon niet ontbreken, het flesje dat hij door zijn aandoening altijd en overal in fikse hoeveelheden met zich meesleept.
Hij heeft een goeie smaak en een competent tatoeëerder; alle plaatjes zijn mooi om naar te kijken. Een zwaardere om te verteren, maar even kunstig gemaakt, is een grote kruisspin op de achterkant van zijn onderbeen. Op de rug ervan geen gewoon kruis, maar het apothekersteken; zijn permanente afhankelijkheid van grote hoeveelheden medicijn. De poten van deze akelige spin? Dialysenaalden. Echter, op zijn andere been heeft hij diezelfde middag Fuck Fear laten zetten. Bezwering van de angst voor het verlies van zijn donornier en het opnieuw op een lange wachtlijst moeten komen met dialyse als tussenoplossing. Althans de vorige wachttijd duurde zeven jaar. Zeven jaar van wachten, stilstand en afhankelijkheid. Deze vrees is natuurlijk een schaduw op zijn leven. Maar zoals hij heeft laten optekenen: de bóóm in met die angst.
Twee zwaarden zijn gelinkt aan zijn liefde voor fantasie boeken (Lord of the Rings) en dé Disneyfilm uit zijn jeugd: Merlijn de Tovenaar.
Niet ontbreken mogen zijn logo als DJ en de eerste letter van zijn naam. Een spontane actie, samen met iemand die hem heel erg dierbaar is en die de zelfde voorletter in haar naam heeft. Tijdens een gekke bui was het voor hen beiden: “Hup, we doen het” … ode aan spontaniteit die zo lang aan banden lag.
Voor zijn zusje, lang de belangrijkste persoon in zijn leven, komt er binnenkort een bloem en voor zijn moeder en hem samen een teken uit de muziekwereld, hun gedeelde passie. Ook voor zijn halfzus en -broer is iets in de maak. Velen van wie hij houdt krijgen hun eigen symbolisch plaatsje op dat gelouterd lijf van hem. Elk op zijn tijd. Hij gaat langzaam en op intuïtie te werk.
Aan de achterkant van zijn dialyse arm, boven zijn elleboog ook nog het tekstje I wish**, uit een gedicht over de waan van het voortdurend wensen daar te zijn waar je niet bent. Dat te doen wat je niet kan en te hebben wat je niet bezit. Hiermee is deze jongen natuurlijk veelvuldig in een gevecht verwikkeld geweest. Ik lig hier machteloos tegen mijn muren op te bonken, terwijl buiten de levens van mijn leeftijdsgenoten en uiteindelijk ook hun kinderen zich ontvouwen.
Trouwens … kinderen krijgen wordt in verband met genen nog een heikel punt. Het was ook lang de ver-van-mijn-bed show; rond zijn twintigste hoorde ik hem zeggen dat hij te moe was om zelfs maar aan een relatie te denken. “Fysiek voel ik me tachtig.” Dat is toch schrijnend; op die leeftijd voor je gevoel een halve eeuw verliezen?
Maar een prachtig uitgebeelde pin-upgirl, die voorkomt op het logo van een biermerk, heeft hij laten zetten ter ere van een van tevoren iets te licht ingeschatte wandeling in de ruige natuur. Er werd onderweg nogal wat van hem gevergd, maar hij zette door. Onder meer moest hij zijn vader helpen die in nood was gekomen. En voor het eerst in vele jaren besefte hij dat hij nog dingen kon, dat het leven hem dingen vroeg en toevertrouwde. Dat hij ertoe deed. Dat er nooit iets anders is dan het moment waarin je leeft en dat je dat intens kunt ervaren. Niets anders. Tijdens één enkele wandeling in de bergen smolten jaren van angst en woede weg. Hij besefte dat hij er nog iets van kon maken. Dat hij onderdeel was van een geheel en dat hij dat geheel bij nader inzien toch nog de moeite waard vond. Na vijftien jaar streek een weldaad aan verloren gewaande rust in hem neer. Een volledig nieuw vertrouwen. Een klik van jewelste! Zijn zusje, dat erbij was, wist van niets. Hijzelf aanvankelijk ook niet echt bewust, maar ze merkte op dat hij ‘zo chill’ was. Een bemerking die hem aan het denken zette over mogelijke genezing van zijn ziel en dat die zich eigenlijk al had aangekondigd. Aan het einde van die baanbrekende en loeihete tocht streek hij met zijn familie neer op een door wingerd overhuifd terrasje, waar hij herboren rondkeek naar een nieuwe wereld en genoot van een ijskoud biertje. Het biertje dus, waar de bewuste logo op stond. Dat beeld, dat scharnierpunt in zijn leven, moest een plaatsje krijgen tussen de tattoos. Weg met de woede, weg met de angst, weg met ‘overleven’: fuck it all en met name; fuck fear.
De citroenplant is dan weer gewoon omdat hij gek is op alles wat met citroen te maken heeft. Iets gezelligs en onschuldigs mocht er ook tussen zitten.
“Prachtig, al die symboliek,” zei ik onlangs tegen hem, “Waarom eigenlijk over heel je lichaam?” We waren elkaar tegengekomen op een terrasje in de zon. Daar waar hij, wegens door medicatie tig maal verhoogd risico op huidkanker eigenlijk niet mag zitten. Er schoven gelukkig regelmatig wolken langs’. Ook nu. Hij moest echt even naar zijn woorden zoeken. Dan: “Waarom die tattoos over heel mijn lichaam zijn verdeeld? Ik denk door alles wat er zo lang met me is gebeurd. En soms nog. Het voelt alsof mijn lichaam me is afgenomen … en op deze manier maak ik het me weer eigen.”
Geniaal vind ik het. Zo’n zelfomarming van het vervreemde lijf.
(**)
I WISH MEANS: wouldn’t it be nice if…
If you always make the right decision,
the safe decision,
the one most people make,
you will be the same as everyone else;
Always wishing life was different.
Paul Arden
(*)
Shine On You Crazy Diamond – Pink Floyd
Eigen foto, in samenwerking met de betrokken persoon
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.