Kerstmissers

Doorgaans vind ik Kerstmis eerlijk gezegd een doffe ellende. Althans, al dat gedoe er omheen. De gouden formule, mama + papa + kindjes + nachtmis (lang opblijven!) + levende Kerststal (of moet ik nu ook al Winterstal zeggen, net als Roetpiet en Wintermarkt?) + kerstverhaal + warme chocolademelk met amandelstaaf midden in de nacht = PUUR GELUK EN GEBORGENHEID gaat al lang niet meer op.

We behoren goddank (nog) niet tot de eenzamen die sowieso zitten te zieltogen tijdens de gezelligheidstsunami die elk jaar weer buiten hun huisjes tekeer gaat. Of tot de armen die zich weinig tot niets extra kunnen veroorloven en daardoor sneller in de waan verkeren dat het kerstgeluk zich via veel vet voedsel, dure drank en grotendeels overbodige cadeaus vanzelf vermenigvuldigt. Of tot de rouwenden die tijdens de opgelegd knusse saamhorigheidsdagen tot niet veel anders in staat zijn dan een geliefde missen, missen en nog eens missen.

Nee, wij zijn momenteel samen gezegend. Gezegend met veel kinderen. Vier volwassen kinderen- met gevolg- van de één, twee idem van de ander, kleinkinderen en dan nog een plusdochter uit een vorige huwelijk dat zo lang duurde dat je onmogelijk ineens géén relatie meer kan en wil hebben. We vervullen blijkbaar nog steeds de ouderrol, want er is ooit maar één iemand geweest die op het idee kwam om óns eens uit te nodigen en wat hebben we dáárvan genoten. Omgekeerd zouden we het liefst alle vijfentwintig nakomelingen twee dagen verwennen in een king-size blokhut met haardvuur, bedsteden, de langste houten tafel en een geurige dennenboom tot in de nok. Met over al die heerlijkheid een zachte witte deken van sneeuw. En een kok plus dienstmeisjes plus inkoopservice plus …. in de blokhut ernaast graag. De logistiek en financiën zouden een aanslag zijn op alles wat ik maar kan bedenken. En ach, de één is moe, de ander slaapt niet graag ergens anders dan in zijn eigen bed, de derde heeft nachtdienst, de vierde is al bij de schoonouders uitgenodigd, de vijfde, die zijn hoofd permanent in de wolken heeft, denkt dat Kerstmis valt op 23 en 24 december en kan dat nu  niet meer rechttrekken in zijn planning, de zesde heeft relatieproblemen, de zevende brengt twee ongediertes mee, etc. Als ik hier de teksten van onze Kerstgroepsapp zou plaatsen, zou menigeen het niet geloven; zó ingewikkeld dat ik de neiging moet verbijten om te schrijven: ‘LAAT MAAR ALLEMAAL HELEMAAL  ZITTEN’. Dus gaan we schipperen. En dan komen we heel snel terecht in ‘jouw kinderen – mijn kinderen’. Althans, onderling niet, want we gunnen elkaar oprecht elkaars banden met de kinderen, maar we zijn bang dat de beperkingen verkeerd overkomen op al die verschillende kinderen en dan gaan we nóg meer schipperen totdat we allebei totaal stukgeschipperd ’s nachts in bed liggen en het Wintermannetje beginnen uit te foeteren terwijl Klaas Vaak maar niet wil komen. Want het enige wat we écht willen, blijft een vrome wens: rust, vrede, ééndracht.

Ik zou er niet over schrijven als ik vermoedde dat de organisatie alleen bij mij een hele klus is en ik niet wist in hoeveel gezinnen, families en groepen Kerstmis één groot, dwingend hindernissenparcours is. Het is vrij normaal dus, schaam je niet. Ik doe dat al.

Atheïst worden of zijn helpt ook al niet, het maakt geen sikkepit meer uit, tegenwoordig. Komt nog eens bij, dat Kerstmis van oorsprong een feest van de atheïsten wás; ze vierden met hun ‘Joelfeest’ het hartje van de winter en de terugkomst van de zon.

En als we het dan toch over de zon hebben; we hebben vrienden die elk jaar aju zeggen tegen het hele gebeuren, hun koffers pakken en twee weken op een warm strand gaan zitten met hun e-readers, zonnecrème en een cocktail bij de hand… Vraag me niet waarom dit mij persoonlijk geen oplossing lijkt, pure gevoelskwestie. Maar hen bevalt het.

De hele rimram afschaffen, helemaal niemand uitnodigen (lekker eerlijk) en stamppot eten is nog een remedie die elk jaar in me opkomt als volledig haalbaar en plausibel, maar tegen december word ik ineens erg sentimenteel, zakt mijn vastberadenheid als een plumpudding in elkaar en beginnen op de veel te dure Kerstmarkten in mijn stad zomaar ineens geschikte cadeautjes voor het kroost naar mij te lonken.

Plus een héle lastige: als wij niets organiseren, gaan de kinderen naar anderen, waar het dan natuurlijk per definitie  dolgezellig in Excelsis Deo is, terwijl wij hier in ons uppie achter onze warme prak vredig zitten te wezen en ‘van de rust zitten te genieten’….niet dus. Pure FOMO*. God, wat zitten we soms toch lastig in elkaar.

Maar toch, een écht gezegend Kersfeest wens ik jullie allemaal van harte toe! En dan meteen maar een mooi 2019 erachteraan.

*FOMO is  fear of missing out; de menselijke, in deze tijd, opgezweept door ‘sociale media’, steeds sterker wordende neiging bang te zijn dat anderen iets moois of belangrijks mee maken terwijl jij er net even niet bij bent. Of met andere woorden, steeds overal bij willen zijn om toch maar niets te missen. Voorbijgaand aan wat je mist als je in de race zit van overal aanwezig te willen zijn