De gesloten cirkel 

Zoals dat gaat als je moeder bent en kinderen hebt die af en toe de bodem van hun portemonnee plots zien, juist terwijl er een kotbaas op hun deur klopt voor de huur, leen ik weleens wat uit. Ik hou dat bij in een app omdat ik gemakkelijk getallen vergeet en lenen per slot lenen is. Hoewel. Soms, als de geschikte gelegenheid zich voordoet, scheld ik hen graag eens een schuld kwijt. Want op zich wil ik dat geld van hen natuurlijk helemaal niet terug hebben. Liefst zou ik ze het, als het kon, zelfs meteen schenken. Maar ik ben gewaarschuwd. Met name door het voorbeeld van een goede vriend van mij die vier kinderen heeft. En nogal wat onroerend goed.  

Hijzelf leeft in een soort commune, maar zijn kroost heeft zich in zijn verschillende eigendommen aangenaam genesteld. Zonder huurcontracten natuurlijk, want zoiets zakelijks eis je volgens hem nu eenmaal niet op van je bloedjes. De huur wordt betaald. Of niet. Of deels. Of vergeten. Of slim verdeeld over de tijdstippen van de maanden op een manier die in een jaar maar ruimte biedt aan een maand of zeven. Hij treedt er niet tegen op, maar moet er wel van leven en elke gang naar de geld automaat is een spannende; is er iets of niet? Zijn kinderen hebben ook fikse leningen bij hem uitstaan. Woedend worden ze als hij hen er heel soms eens aan herinnert. Dan houdt hij weer geschrokken zijn mond. Hij is weduwnaar en wil niet ook nog een kind verliezen.  

Als hij eens bij een van hen binnenspringt rond etenstijd, trekken ze zich daar weinig van aan. Ze laten hem gewoon in de gang wachten tot ze hun dessert achter de kiezen hebben, daarna wordt hij binnen gedoogd. Ook over een autorit doen ze niet moeilijk. Als hun vader, die geen rijbewijs heeft, eens mee wil rijden als ze toch ergens naar toe moeten, kan dat. Maar tot op de cent nauwkeurig wordt hem een kilometervergoeding aangerekend. Een dochter vraagt hem een schenking voor een boek dat ze in eigen beheer wil uitgeven. Hij trekt, aangemoedigd door mij, de stoute schoenen aan en antwoordt haar dat ze tweeduizend euro van haar uitstaande schuld mag aftrekken als zijn bijdrage. Hij is me allerminst dankbaar voor die tip, want de woedende brief over gebrek aan transparantie die hij terugkreeg, bekwam hem niet goed. Ruzie met een dierbaar kind …en dat voor een lullige tweeduizend euro. Nee, daar begint hij niet meer aan.  

Ze verkopen zijn antieke meubilair dat hen niet bevalt zonder zijn medeweten aan derden en steken het geld in hun eigen zakken. Ze eigenen zich anderzijds zijn spullen toe die ze wèl mooi vinden. Ze bekleden een dure design bank van hem opnieuw (omdat ze hem zelf versleten hebben) beschouwen hem daarna als hun bezit. Hij krijgt zijn eigen bank niet meer terug.  

Ze bespreken en bevechten elkaar over de erfenis alsof hij er niet bij is, sterker nog, alsof hij al dood is.  

De lijst is lang. 

Nu zit er achter hun stuitende arrogantie en het schrijnende gebrek aan respect en inlevingsvermogen ten opzichte van hun vader natuurlijk een verhaal. Zoals er altijd oorzaak is en gevolg. Dat verhaal valt kort samen te vatten: een in alle opzichten idyllische jeugd op een waanzinnig mooie plek met ouders die vlot en anti autoritair waren en álles leuk en goed vonden en zich uitsloofden om hun kinderen door dik en dun te steunen en vooral niets in de weg te leggen. Een super gelukkig huwelijk bovendien. Het gezin was een voorbeeld waar het hele dorp zwijmelend naar opkeek. Ik ook. Deze omschrijving is niet enkel de mijne zelfs zijn kinderen stemmen hier van harte mee in.  

Nog steeds stelt zich geen al te groot probleem, ware het niet dat vader uiterlijk overeind blijft maar van binnen opgevreten wordt van verdriet en verbijstering over de meedogenloze verwaarlozing die hem op zijn oude dag ten deel valt. Hij had onbewust verwacht ten minste emotioneel in de familieschoot opgenomen te blijven. Zoals ook hij en zijn lieve vrouw er altijd vanzelfsprekend en honderd procent en met opvallend groot plezier waren voor hun gezin. Onvoorwaardelijk. Zonder grenzen. Het breekt hem ontiegelijk zuur op.  

Oudermishandeling is een wijd en zijd voorkomend fenomeen. Kwetsbaarheid en traagheid nodigen vaak uit tot ongeduld, perversiteit, machtsmisbruik en ongepaste bevoogding. Financieel misbruik staat overigens bovenaan de officiële lijst, maar wordt in het algemeen niet snel herkend als mishandeling. Als je je kinderen geleerd hebt dat ze het middelpunt van de wereld zijn, zich niet aan afspraken hoeven te houden, dat ze alles kunnen krijgen wat hun hartje begeert en dat alle geluk hen toekomt als een (niet verworven) recht, loop je waarschijnlijk nog meer de kans om als oudere aan je lot te worden overgelaten. Als oudere die hun stoepje niet meer schoonveegt, heb je afgedaan. Die kinderen die maanden aan het sterfbed van hun ouders zitten, hun was doen, de bezoeken zo regelen dat er altijd iemand is, bloemen aandragen en ga maar door, zijn heel vaak niet de door het leven en hun ouders verwenden. Het zijn zelfs soms juist diegenen die veel te weinig kregen en vruchteloos wachten op de zinnetjes die ze nooit gehoord of gevoeld hebben, zoals “je doet het goed”, “ik hou van je” en “dankjewel lieverd”. Maar dat is weer een ander verhaal.  

Met de boven vermelde vriend in gedachten, probeer ik dus een neiging te beteugelen die ook ik wel degelijk heb. Een neiging die hem -en als je doordenkt ook zijn kinderen- de das om heeft gedaan: alles pikken, geldzaken niet helder regelen, grenzeloos zijn. Dat is de aanlokkelijke weg van de minste weerstand. Eigenlijk een zacht verpakte vorm van kindermishandeling of, zo je wilt, -verwaarlozing. En daarmee is de cirkel weer gesloten.