Symbool en kracht

Niet zelden krijg ik in mijn praktijk mensen tegenover me die in een zware innerlijke worsteling leven met figuren waar ze tegelijkertijd veel aan te danken hebben en waardering of zelfs liefde voor voelen. Met name ten opzichte van ouders komt dit voor. Soms zit dat dan binnen een therapie in de weg.

Als je de moeder wil bespreken die dronk en sloeg, kan diezelfde moeder die nuchter alles voor je over had, ‘ertussen komen’. De loyaliteit met die fijne kanten van moeder belemmert of bemoeilijkt dan het werken rond trauma. De cliënt komt dan in de emotionele fuik van: “Ze heeft zoveel voor me gedaan, hoe kàn ik hier dan lelijke dingen over haar zeggen.” Ook is er soms angst om mij, de therapeut, een te negatieve indruk te geven. Dat verdraagt hun loyaliteit niet. En daar zitten ze dan.

Hoe je hier als therapeut mee omgaat, ligt deels aan het soort opleiding dat je gedaan hebt. Je kunt de loyaliteit gaan bevechten als onterecht. Bijvoorbeeld met een uitspraak als: “Moeders die hun kinderen in dronken buien in elkaar slaan, verdienen de benaming moeder niet.” Of: “Als ik zo’n moeder had dan zou ik met haar breken.” Anders dan je zou willen, is je cliënt hier waarschijnlijk niet mee geholpen. Integendeel loop je het risico dat je het innerlijk conflict van je cliënt nog aangescherpt met je oordelen. Oordelen die hem of haar alleen maar meer in de verwarring en defensie kunnen duwen. Maar de destructieve, beschonken toestand van moeder is wel de kern van het probleem. Wat gedaan?

Via een symbool de fijnere kanten van die moeder beveiligen, is een mogelijkheid waar ik dan graag mee werk.

Dit wilde ik onlangs doen bij een cliënt, zelf psychiater. Het lukte hem maar niet om de averij die hij opliep aan een aantal onbegrijpelijke gedragingen van zijn moeder met mij te bespreken. Telkens opnieuw blokkeerde hij en benoemde hij de disloyaliteit, het verraad dat hij voor zijn gevoel pleegde ten opzichte van zijn moeder. Normalerwijze had ik zonder veel achtergronduitleg de symbolische oefening aan hem kunnen voorstellen. Maar juist omdat hij psychiater is, koos ik ervoor om hem collegiaal het hoe en waarom van de oefening uit te leggen. Hij had er nog nooit van gehoord, maar was beroepsmatig alleen al heel nieuwsgierig. Snel doorliep ik de stadia en de uitleg erbij.

“Je zoekt in deze ruimte een voorwerp dat zou kunnen staan voor de positieve aspecten van je moeder. Dat voorwerp gaan wij dan de voor jouw gevoel juiste plaats ten opzichte van jou in deze ruimte geven. Dan benoemen we nog eens wat er allemaal bij dit symbool hoort. We spreken af dat daar niet aan wordt geraakt terwijl we de voor jou negatievere aspecten van je moeder bekijken. Met andere woorden de lichtkant van je moeder wordt beveiligd en krijgt zijn plek in de ruimte eer we verder praten over haar schaduwkant.” Hij wilde direct al met de oefening van start gaan; het sprak hem aan. Maar ik stelde voor om eerst gewoon wat verder over zijn problematiek te spreken, om pas in te springen met de symbool-oefening wanneer ik zou merken dat hij mentaal weer in een spagaat kwam.

We namen het gesprek weer op waar het eerder gestokt was. Alleen … was er plots niets meer te merken van het horten en stoten en steeds stil vallen van voordien. De vrijheid en het gemak waarmee hij nu praatte … Het was frappant. Er was geen enkel moment waarop ik de indruk kreeg dat hij de oefening nog nodig had. Bizar!

Ik vroeg hem of hij merkte hoe groot het verschil was tussen hoe hij eerder worstelde met zijn woorden en gevoelens en hoe gemakkelijk het hem nu af ging.

“Ja” zei hij, “hoe vreemd.”

“Heb jij soms, toen ik vertelde over de techniek, in gedachten echt een voorwerp uitgekozen?”, vroeg ik, waarop hij bevestigde:

“Ja, het ging vanzelf; het was die kaars op dat tafeltje!”

“En heb je die toen in gedachten beveiligd?”, vroeg ik door. Hij bleek er een soort kaasstolp overheen gezet te hebben, met een kushand.

“Stond die kaars op de juiste plek?”

“Nu je het zegt, ik zag hem iets verder van me af.”

We hebben tot zijn spijt de hele oefening overgeslagen. Wat heet, hij had hem razendsnel innerlijk zelf al gedaan tijdens mijn uitleg. En warempel, hij werkte dus onmiddellijk! Snelle jongen. Effectieve techniek. We stonden allebei paf. Beroepsmatig waren we ook in de wolken.

Belangrijk is om nog te vermelden dat we aan het einde van de sessie de positieve aspecten van moeder, met de imaginaire stolp eroverheen, weer omdoopten tot wat het was; een kaars op een tafeltje. Je wil een mooi deel van je moeder niet achterlaten bij een ander. Je neemt dat weer met je mee. Symboliek werkt snel en diep en het is dus iets waar zorgvuldig mee moet worden omgegaan.

Illustratie: internetafbeelding